
Kennis en innovatie
Duurzame Logistiek vraagt om Clean Energy Hubs
De Europese Unie wil in 2050 het eerste klimaat neutrale continent ter wereld zijn. Om dat te bereiden, is een grote energietransitie nodig: fossiele brandstoffen moeten worden vervangen door duurzame alternatieven. Clean Energy Hubs (CEH’s) kunnen hierin een belangrijke rol spelen.
CEH’s zijn (semi-)openbare tank- laad- of bunkerstations voor zowel het wegvervoer als de binnenvaart.
- Een CEH voor het wegvervoer moet minimaal twee hernieuwbare brandstoffen of energiedragers aanbieden, waarvan er ten minste één volledig zero-emissie dient te zijn.
- Voor de binnenvaart ligt het technisch wat ingewikkelder. Hier is de eis dat er in elk geval één hernieuwbare brandstof of energiedrager beschikbaar is.
Clean Energy Hubs het meest kansrijk bij slimme combinatie van functies
CEH’s zijn een belangrijke voorwaarde om de overstap te maken naar duurzame vrachtwagens, bestelauto’s en binnenvaartschepen mogelijk te maken. Deze voertuigen rijden en varen vooral bedrijventerreinen, steden en havens. Net als bij de huidige tankstations (voor het wegvervoer) en bunkerstations (voor de binnenvaart) is het de bedoeling dat CEH’s worden ontwikkeld en beheerd door marktpartijen.
De beste kans op een rendabele CEH voor het wegvervoer ontstaat op een goed bereikbare plek, bijvoorbeeld bij de ingang van een bedrijventerrein. Door afspraken te maken met transportbedrijven en eigen vervoerders op het terrein over volumes en prijzen, kan een CEH een vast klantenbestand opbouwen.
De kans op succes is het grootst op locaties waar meerdere duurzame brandstoffen worden aangeboden én waar andere functies worden gecombineerd. Denk aan voorzieningen zoals truckparking, verzorgingsplaatsen, walstroom, truckservice, een duurzame wasstraat, overnachtingsmogelijkheden, horeca, vergaderruimtes en werkplekken. Zo wordt de beschikbare ruimte zo effectief, efficiënt en veilig mogelijk benut — zeker belangrijk gezien de hoge vierkante meterprijs.
Een CEH die zowel wegvervoer als binnenvaart bedient, is natuurlijk het meest ideaal. In de praktijk blijkt zo’n combinatie echter lastig te realiseren. Er moeten dan twee logistieke werelden gecombineerd worden, met elk hun eigen regels, infrastructuur en dynamiek.
In de overgangsfase: eerst biobrandstoffen, later batterij-elektrisch en waterstof
Ondernemers hebben behoefte aan duidelijke en objectieve informatie om goede keuzes te kunnen maken — zowel voor de korte als de lange termijn. In de komende 10 tot 15 jaar blijft netcongestie een grote uitdaging. Rijden en varen op waterstof is technisch complex en zal op langere termijn breder inzetbaar worden. Daarom adviseert het programma Clean Energy Hubs om in de overgangsfase in te zetten op een mix van hernieuwbare brandstoffen die nu al beschikbaar zijn. Denk aan: HVO100, bio-LNG en bio-CNG — ook wel ‘near zero’-emissie genoemd. Deze brandstoffen kunnen vaak direct worden gebruikt in bestaande vrachtwagens en binnenvaartschepen.
Bij iedere vervangingsronde van voertuigen of schepen kun je opnieuw bekijken wat technisch en financieel haalbaar is. Waar mogelijk, werk je stap voor stap toe naar het uiteindelijke doel: volledig zero-emissie vervoer, zoals (batterij-)elektrisch en waterstof.
Ondersteuning bij haalbaarheid en realisatie van Clean Energy Hubs
Het landelijke programma CEH werkt op dit moment aan een subsidieregeling voor de periode 2026 t/m 2030. In elke provincie komt een regeling die bijdraagt aan de kosten voor de haalbaarheidsonderzoeken en voorbereiding van CEH-locaties. De verwachting is dat de provinciale subsidieregelingen begin 2026 opengaan. Voor provincie Overijssel is de richtdatum maart 2026.
Zowel provincie Overijssel als het landelijke CEH-programma denkt graag mee over de ontwikkeling en inrichting van mogelijke CEH-locaties.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Jeroen Fanoy via logistics@overijssel.nl.