Overijssel bereikbaar
Goede laadinfrastructuur voorwaarde voor omschakeling naar elektrisch rijden
Ondernemers worden door overheidsmaatregelen steeds meer richting elektrisch rijden gestuurd. Zo komen er de komende jaren zero-emissiezones in 30 tot 40 gemeenten. Het opladen van elektrische bestel- en vrachtauto’s is daarbij vaak een bottleneck. Ondernemersvereniging evofenedex organiseerde onlangs in Deventer, samen met TLN, ELaad en netbeheerders, een bijeenkomst voor haar leden om hen voor te lichten en vragen en wensen te inventariseren.
Dat de beschikbaarheid en capaciteit van laadinfrastructuur de gemoederen behoorlijk bezighoudt, werd op dinsdag 21 juni bevestigd op de laatste bijeenkomst in Deventer. De stemming onder de ruim 60 aanwezigen was duidelijk: veel ondernemers maken zich zorgen over de ingrijpende transitie die logistieke ketens de komende jaren zullen doormaken. In hun reacties op de stellingen en presentaties stelden zij dan ook vaak kritische vragen.
We dienen allemaal aan de slag te gaan om onze wereld leefbaar te houden, maar de overheid vraagt nogal wat van bedrijven.” Thomas Reitsma, manager Vervoer evofenedex
“Omdat je als energieafnemer van een kleinverbruiker een grootverbruiker wordt, vraagt de transitie geld, tijd en inspanning, aldus Thomas Reitsma. We merken dat de wil om te verduurzamen er is, maar dat ondernemers met allerlei terechte vragen zitten. Een grote uitdaging daarbij is dat het Nederlandse stroomnet op veel locaties vol lijkt te zitten. Wat betekent dit voor jouw onderneming en hoe moet je dan aan de slag?”
Heel bedrijventerrein energieneutraal
evofenedex probeerde tijdens de bijeenkomsten samen met ELaadNL, TLN en diverse experts en netbeheerders antwoord te geven op deze vraag. Vragen vanuit de aanwezige bedrijven waren er genoeg. Zo kreeg een ondernemer die netverzwaring had aangevraagd, te horen dat hij zijn aansluiting pas over 7 jaar kan gebruiken. “Wat moet ik nu doen?” Ook het niet kunnen terugleveren van zelf opgewekte elektriciteit blijkt voor veel ondernemers een zorgenkindje. “Kun je energie opslaan op bedrijventerreinen en hoe werk je hierin samen?” De Smart Energy Hub op bedrijventerrein Hessenpoort in Zwolle is hiervan een goed voorbeeld. Dit is een slim lokaal energiesysteem, dat het lokale energienet ontlast en een heel bedrijventerrein energieneutraal maakt.
Samenwerken echt belangrijk
“We moeten inderdaad iets doen aan de laadinfrastructuur. Want dit mag geen beperkende factor worden”, beaamt Robert van den Hoed. De voorzitter van de werkgroep Logistiek bij het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur adviseerde de aanwezige ondernemers de Nationale Agenda Laadinfrastructuur te volgen en daar de beschikbare handreikingen en stappenplannen te lezen. Hiermee werken overheden en bedrijfsleven samen om ervoor te zorgen dat we in Nederland altijd en overal, makkelijk en slim kunnen laden. De op de bijeenkomsten aanwezige netbeheerders erkenden de problemen van de ondernemers en de noodzaak de laadcapaciteit op bedrijventerreinen snel uit te breiden. Ook zien zij mogelijkheden in slim laden om de capaciteit van het stroomnet zo goed mogelijk te benutten. Tegelijkertijd waarschuwden zij ervoor dat dit nog wel even kan duren.
De experts drukten de ondernemers vooral op het hart niet af te wachten, maar samen te werken en gebruik te maken van advies en subsidies. Thomas Reitsma vult aan: “Samenwerken is daarbij echt belangrijk. Ga in contact met je netbeheerder en andere ondernemers op het bedrijventerrein waar je zit om te bepalen welke capaciteit je de komende jaren verwacht nodig te hebben. Want met alle uitdagingen die er zijn, kunnen we er alleen samen voor zorgen dat de capaciteit van de laadinfrastructuur voldoende wordt.”
Nog meer bijeenkomsten
evofenedex gaat na de zomer nog meer bijeenkomsten over elektrisch laden en laadinfrastructuur organiseren. Ondertussen blijven wij in heel Nederland aandacht vragen voor voldoende netcapaciteit. Het feit dat het net op veel plaatsen ‘vol’ is, vraagt om snelle maatregelen. Ondertussen moet met de juiste dialoog tussen partijen duidelijk worden welke capaciteit waar benodigd is.
Delen op: