Overijssel bereikbaar
De Twentse transportbedrijven gaan vol gas door de crisis: ‘Er is hier geen mens ontslagen’
De transportsector gaat onverminderd fors gebukt onder de coronacrisis, blijkt uit de nieuwste virusmonitor van Transport en Logistiek Nederland (TLN). Maar Twentse transporteurs slaan zich naar eigen zeggen goed door alle ellende heen. „Omdat we elkaar hier ook een beetje helpen.” De coronamonitor van TLN van deze maand liegt er niet om.
Meer dan 40 procent van de bedrijven in het land meldt omzetverlies, vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder. Gemiddeld 21 procent. Circa één op de drie bedrijven maakt gebruik van nood- en hulpmaatregelen van overheden of uitstel van betalingsverplichtingen. Ruim 14 procent verwacht in de komende maanden afscheid te moeten nemen van medewerkers.
Maar een belronde langs wat regionale bedrijven levert vooral positievere geluiden op. Wat maakt onze bedrijven dan anders?
Leverink Transport Rijssen: ‘Elkaar helpen’
Martijn Hekkink, boekhouder van Leverink Transport in Rijssen, heeft geen keihard bewijs, hooguit een gevoel. „Ik denk dat we elkaar helpen in deze regio. We gunnen elkaar wat. Dat is denk ik een groot verschil met andere delen van het land. Meer samen de schouders eronder. Want het gaat niet overal slecht. Veel mensen zaten in de zomer lang thuis en begonnen te klussen. Bouwmateriaal, tuinmeubelen, blokhutten, het was niet aan te slepen. Als je als transporteur daarmee rijdt, kom je bijkans wielen te kort. Kortom – is zijn ervaring – dan hou je dat in deze streek niet per se allemaal lekker voor jezelf, maar gun je een collega ook ritten. Leverink heeft zo wat transport over kunnen nemen en zelf ook wat opdrachten ‘weggegeven’. „We helpen elkaar aan werk. Dat gaat vanzelf.”
Toch een klein plusje
De boekhouder in crisistijd is tevreden. „We doen het naar omstandigheden goed. We hebben zelf 80 wagens en die zijn momenteel ook allemaal de weg op. En met ingeschakelde onderaannemers erbij hebben we er 110 rijden. We sluiten het jaar, denk ik, zelfs af met een plusje.”
Leverink zit met name in het vervoer van isolatiematerialen, pallets, kunststof verpakkingsmaterialen, consumentengoederen en lichte bouwmaterialen. Maar ook in kooiaap- (vracht + heftruck) en containervervoer en opslag (warehousing). Er wordt relatief veel gereden op Frankrijk.
Bij de eerste lockdown was het even spannend voor de Rijssenaren, maar ook niet langer dan twee weken. Er is incidenteel minder gebruik gemaakt van uitzendkrachten of zzp’ers. „Maar er is niemand bij huis.” Het bedrijf heeft ook geen gebruik gemaakt van het Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW).
HST Enschede: nog steeds 350 man aan het werk
Lachende gezichten en een opgeluchte sfeer zijn er ook bij HST in Enschede, voortgekomen uit de fusie van drie puur Twentse transportbedrijven Haarman, Smit en Thijssen. Ze doen nu wegtransport, zee- en luchtvracht en ook warehousing. Er is – nog steeds – 350 man aan het werk, net als voor de crisis.
Luchtvracht heeft wel een dreun gehad; wereldwijd staan immers kisten aan de grond door corona. Maar zonder opscheppen, zegt manager Leo Brant (wagenpark, sales en personeel): „Door de bank genomen zijn we een witte raaf in de sector. De eerste klap van maart is al wel goedgemaakt. De situatie bij ons is stabiel. Er is hier geen mens ontslagen. Er is rust en de mensen hebben plezier in hun werk.”
‘Je moet het zelf dragen’
Er is geen beroep gedaan op de NOW-regeling. „We hebben er naar gekeken. We hebben 350 gezinnen te voeden en die verantwoordelijkheid voel je. Maar als het eigenlijk niet nodig is, moet je ook niet proberen een beroep op zo’n fonds te doen. Dan moet je het zelf dragen. Dat is ondernemen.”
Toen de eerste coronagolf het land binnenkwam en China al compleet plat lag, hielden ze wel hun hart vast. „Zee- en luchtvracht maakten een immense val. De import uit China daalde spectaculair. Als er via die kanalen geen import is, valt er ook niks over de weg te vervoeren.”
Maar volgens Brant is het zeetransport al wel weer hersteld. En ook midden in de crisis zijn er kansen gebleven. „Er is in de markt wel heel veel aan de hand. Er storten markten in, maar er zijn er ook die spectaculair stijgen. Horeca, evenementen, autovervoer, automotive ging op z’n gat. Maar de vraag naar schoonmaakspullen, zeepjes, sport- en fitness artikelen stegen op dat zelfde moment spectaculair.”
‘Weinig narigheid’
„Het is steeds een momentopname. Nu gaat het weer helemaal goed met tweedehands auto’s. Er zijn ook steeds kansen. Maar als je in het personenvervoer zit, of alleen in de evenementenbranche, dan staat het huilen je nader dan het lachen. Maar in Twente zitten veel vervoersbedrijven in veel sectoren. Ik hoor weinig narigheid.”
Al met al denkt Brant dat de omzet bij HST gelijk blijft aan die van vorig jaar. Over de winst doet hij nog geen uitspraak. „Want er zijn natuurlijk wel veel meer kosten. Ziektekosten bijvoorbeeld. We zitten boven op de coronaregels van hygiëne en afstand houden, maar wij hebben ook te maken met zieken. En waar mogelijk werken mensen thuis. Dat is minder efficiënt.”
Bolk Transport Almelo: ‘Dip achter de rug’
Bolk Transport in Almelo (180 voertuigen & warehousing) staat er inmiddels ook weer positief voor. „In het tweede kwartaal van dit jaar hadden we zeker een dip. Zuid-Europa, waar we veel op rijden, ging in april helemaal dicht. Toen stonden er best veel wagens stil. Dan denk je: ‘ik weet niet hoe lang we dit nog volhouden’”, zegt algemeen directeur André Pluimers.
Er zijn geen mensen ontslagen, maar tijdelijke contracten werden niet verlengd. Dat raakte ongeveer 20 mensen. Een deel van het wagenpark is in die tijd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) tijdelijk geschorst. En er is een beroep gedaan op de NOW en circa 500.000 euro toegekend.
Supermarkten enorm druk
Pluimers: „Achteraf herstelde het ook weer snel. Het derde kwartaal was eigenlijk al weer heel normaal. De horeca krijgt een klap, maar in de branche van supermarkten is het enorm druk en daar springen we bij. De tweede golf is heel anders dan de eerste, minder heftig. Het gaat geen geweldig jaar worden, maar ook geen rampjaar. We spreiden de risico’s goed.” De directeur houdt rekening met een kleine 10 procent omzetverlies. „Dat is te overzien.”
Kuipers Transport Oldenzaal – Geen paniek
Ook bij Kuipers Transport in Oldenzaal is er ‘nu helemaal geen paniek’, zegt Philip Vollenbroek. „Die eerste coronagolf gaf veel meer onrust dan de huidige.” De Italië-specialist in wegvervoer heeft de opgelopen klappen ook weer kunnen compenseren. Behalve Europees wegtransport – niet alleen Italië – doet het bedrijf ook in lucht- en zeevracht. Het heeft agenten op alle belangrijke lucht- en zeehavens.
Het bedrijf kreeg de eerste golf meteen twee flinke klappen. China en Italië, de grootste brandhaarden. In Italië vielen opdrachtgevers weg. „Er stonden ineens wagen stil. En wat op pad was zat minder vol. Dat had ik nog nooit meegemaakt. Een stuk of 36 stonden hier stil. Normaal zijn er 80 wagens van ons op pad.”
Even geen enkele container
Het stilvallen van de zeevrachten uit China in maart, hakte er het zwaarst in. „Uit China komt van alles. En ineens kwam er geen enkele container meer. Maar na drie weken bloeide dat ook weer op. Sterker: er is nu eigenlijk een capaciteitstekort om al die zeecontainers te vervoeren. We groeien dit jaar zelfs.
Ook Italië is opvallend snel hersteld, zegt hij. „We hielden rekening met faillissementen van klanten, maar dat is niet gebeurd. Tegelijk schoten er andere branches enorm omhoog. Denk aan het transport van plavuizen, tegels en ventilatiesystemen.”
Het Oldenzaalse bedrijf heeft geen mensen ontslagen. „En zoals het er naar uitziet hoeven we dat ook niet te doen. Het bedrijf deed wel een beroep op het NOW-noodfonds en kreeg 51.000 euro. „Al met al draaien we dit jaar 10 tot 15 procent minder wegvervoer. Dat is niet slecht. Ik hoor in het land over verliezen van 30 procent. Het is niet top, maar het wordt geen rampjaar. Uiteindelijk denk ik dat we uitkomen op een kleine plus.”
Delen op: