Reconstructie Lebuinuspleinen Deventer op koers
“Emissieloos werken wordt het normale bouwen”
Emissiearm werken – het was een kwestie van omdenken, maar inmiddels is omdoen het normale bouwen aan het worden, menen Jan Jaap van der Woude, projectmanager infra van de gemeente Deventer en Willem Merjenburgh, hoofduitvoerder/projectleider bij Hoornstra Ophof Infra. De reconstructie van de Lebuinuspleinen ging half november 2021 van start en is een goed voorbeeld.
Conform planning is de reconstructie van de Lebuinuspleinen – de drie pleinen rond de Lebuinuskerk in hartje Deventer- half november van start gegaan. Daarbij heeft de gemeente Deventer in Hoornstra Ophof Infra een wegenbouw aannemer gevonden die focust op “zo emissieloos mogelijk te werken als dat in de markt en technisch mogelijk is”, zo verwoordt de gemeentelijke projectmanager Jan Jaap van der Woude.
Werk afstemmen op mogelijkheden
Willem Merjenburgh van Hoornstra stuurt het project aan. “We hebben ervaring opgedaan met een pilot in Harderwijk en later een project in de binnenstad van Doesburg. Elektrisch materieel is een belangrijk onderdeel van emissieloos werken. Het is de toekomst en wij proberen ons daarin te ontwikkelen. Nog niet alles is mogelijk; het assortiment elektrische machines is bijvoorbeeld nog niet zo groot en de accu’s zijn nog niet zo krachtig dat een machine er een volle dag op kan draaien. Dit kunnen we compenseren door efficiënter te plannen en de accu’s tijdens de schafturen in het zicht op te laden. Dat kan, want Deventer heeft in de binnenstad goede stroomaansluitingen voor de kermisattracties. Oftewel, we passen onze werkzaamheden aan op de mogelijkheden.”
Elektrisch vormt geen beperking
Elektrische machines zijn twee keer zo duur als brandstofmachines. Merjenburgh: “Maar dit wordt deels gecompenseerd door het gebruik, minder onderhoud en minder verbruikskosten. Waardoor de netto meerkosten rond de 20 procent liggen. We houden in de gaten wat er op de markt komt en hoe we dat kunnen inzetten. Zo hebben we net een hybride rupsgraafmachine gekocht met een zuinige dieselmotor die wordt ondersteund door een elektromotor. Het is een kwestie van beleidskeuzes. Onze policy is dat we kijken wat voor werkzaamheden we uitvoeren en hoe de markt zich daar omheen ontwikkelt. Waterstof als brandstof voor vrachtvervoer is ook in opkomst. Zodra dit werkbaar is gaan we het zeker doen. Als wij deze processen met onze inkoop en manier van werken blijven stimuleren, kan er efficiënter geproduceerd worden en nivelleren de kosten. Zo komt emissieloos bouwen in een stroomversnelling. Het is haalbaar.”
Hergebruik straatstenen
De uitvoerders en maatvoerders rijden in elektrische personenauto’s en medewerkers carpoolen waar mogelijk. Hun auto’s staan buiten het centrum geparkeerd. Vandaaruit fietst iedereen in de oranje veiligheidskleding op gele ‘Hoornstra fietsen’ naar het centrum. Ook dergelijke duurzaamheidsaspecten behoren tot de dagelijkse gang van zaken en heeft de gemeente Deventer meegewogen in het bestek. Zo ook het hergebruik van materialen. In november startte Hoornstra met het opbreken van de bestrating. Daarna is een waterbergende fundering aangebracht. Vervolgens legden de stratenmakers de vrijgekomen bestrating opnieuw aan. Van der Woude: “Die bestrating wordt dus niet afgevoerd, er hoeft geen nieuwe bestrating te worden geproduceerd en getransporteerd.”
Tijd is rijp
Zo emissieloos mogelijk houdt onder meer in dat Hoornstra in Deventer werkt met twee elektrische auto’s, een elektrische minishovel, twee elektrische graafmachines, twee elektrische trilplaten, een elektrische zaagmachine en tien elektrische fietsen. Gemeente en aannemer blijven alert op zo min mogelijk transportbewegingen en op hergebruik. Ze stellen waar nodig zaken bij. Denk aan lange levertijden, inkoop, bemensing, inkopen van onderaannemers en planningsdoelstelling. Van der Woude: “We maken veel kleine stapjes, dit is een mooi voorbeeld voor volgende projecten. We onderhouden contact met alle betrokken partijen, waaronder de buurt. We krijgen vele positieve reacties, over de manier van werken en van communiceren. Dat werpt z’n vruchten af. Mensen vinden het ook interessant. Zo’n combi van graafmachine en shovel bijvoorbeeld, die bekijken ze graag even.” Merjenburgh: “Hetzelfde geldt voor ons team. Het motiveert onze mensen en ze voelen zich verantwoordelijk voor het werk en de machines, daar word ik wel blij van. De tijd is er rijp voor.”
Elektrische machines zijn twee keer zo duur als brandstofmachines. Merjenburgh: “Maar dit wordt deels gecompenseerd door het gebruik, minder onderhoud en minder verbruikskosten. Waardoor de netto meerkosten rond de 20 procent liggen. We houden in de gaten wat er op de markt komt en hoe we dat kunnen inzetten. Zo hebben we net een hybride rupsgraafmachine gekocht met een zuinige dieselmotor die wordt ondersteund door een elektromotor. Het is een kwestie van beleidskeuzes. Onze policy is dat we kijken wat voor werkzaamheden we uitvoeren en hoe de markt zich daar omheen ontwikkelt. Waterstof als brandstof voor vrachtvervoer is ook in opkomst. Zodra dit werkbaar is gaan we het zeker doen. Als wij deze processen met onze inkoop en manier van werken blijven stimuleren, kan er efficiënter geproduceerd worden en nivelleren de kosten. Zo komt emissieloos bouwen in een stroomversnelling. Het is haalbaar.”
Delen op: