Overijssel bereikbaar
Onderzoek mogelijke gevolgen COVID-19 voor goederenvervoer en overslag
Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft de mogelijke gevolgen van COVID-19 voor het goederenvervoer en de overslag in de Nederlandse zeehavens voor de periode 2020-2021 laten verkennen. Deze verkenning is opgesteld door Panteia op basis van de economische verwachtingen in het Centraal Economisch Plan en de scenario’s coronacrisis van het CPB. Meer inzicht in de mogelijke invloed van COVID-19 op het goederenvervoer draagt bij aan meer op de situatie toegesneden beleidsmaatregelen. De gevolgen van COVID-19 voor de overslag en het vervoer van goederen zijn echter nog onzeker.
Er zijn twee scenario´s met de gevolgen van de coronacrisis van het CPB doorgerekend, namelijk als de crisis drie maanden duurt (COVID1) en bij een lange duur, dat wil zeggen 12 maanden (COVID4). De kwartaalramingen zijn gemaakt voor het vervoerd gewicht voor de modaliteiten weg, binnenvaart en spoor en de overslag in de Nederlandse zeehavens voor de jaren 2020 en 2021.
Download hier het complete rapport.
COVID1
In het COVID1-scenario neemt het vervoerde ladinggewicht voor alle modaliteiten in 2020 af, ten opzichte van 2019. De overslag in de zeehavens wordt naar verwachting het hardst geraakt met een afname van 11% in 2020. Voor weg, spoor en binnenvaart is de afname 4% tot 5% in 2020. Daarna is er enigszins herstel, behalve voor de binnenvaart die in 2021 licht verder daalt (-0,3%). De maritieme overslag neemt wel weer toe met bijna 3%. Geen van de modaliteiten komt qua vervoerd gewicht in 2021 weer op het niveau van 2019. Dit blijft in 2021 zo’n 4% tot 8% onder het niveau van 2019.
Het moment waarop de eerste stijgingen van kwartaal op kwartaal weer te zien zijn, verschilt per modaliteit. Voor de overslag is dit in het 3e kwartaal al het geval, voor het wegvervoer en binnenvaart in het 4e kwartaal, maar voor het spoor pas in het 1e kwartaal van 2021. Hier spelen seizoentrends een rol, aangezien over het algemeen in het 4e kwartaal altijd het meeste wordt vervoerd. Wanneer we het 4e kwartaal van 2020 vergelijken met dat van 2019, zien we wel een afname voor alle modaliteiten.
COVID4
In het COVID4-scenario neemt het vervoerde ladinggewicht voor alle modaliteiten in 2020 veel sterker af dan het COVID1-scenario. De overslag in de zeehavens wordt naar verwachting het hardst geraakt met een afname van 18% in 2020. Voor weg, spoor en binnenvaart is de afname 8% tot 10% in 2020. In 2021 is er nog geen herstel te verwachten en neemt het vervoervolume zelfs nog verder af. De overslag in zeehavens daalt beperkt met 0,4%. Bij weg, spoor en binnenvaart is ook in 2021 sprake van een afname van 4 tot 5%. Het vervoerde volume ligt eind 2021 voor de overslag in zeehavens circa 18% onder het niveau van 2019 en bij weg, spoor en binnenvaart is dat 13 tot 14%.
In het COVID4-scenario vindt voor alle modaliteiten de grootste daling in termen van vervoerd gewicht plaats in het 2e kwartaal van 2020 (variërend van -7% tot -14% t.o.v. kwartaal 1). Daarna stabiliseert het vervoerd gewicht en is er voor sommige modaliteiten zelfs weer een toename te zien, wat wederom gelieerd kan worden aan seizoentrends. In 2021 is er wel weer een afname te verwachten, ofschoon minder groot dan in 2020 (extremen van -17,8% in 2020 voor de overslag in zeehavens en -5,3% voor de binnenvaart in 2021). Voor de overslag in zeehavens en het wegvervoer ligt het verwachte niveau in het COVID4-scenario in 2021 onder het dieptepunt van de kredietcrisis van 2009-2012. Dit dieptepunt was voor de overslag en het wegvervoer in 2009. Dit is niet het geval bij de COVID4-scenario voor de binnenvaart en het spoor, waar de afname minder groot is.
Periode na 2021
Het KiM zal in het najaar in de Kerncijfers Mobiliteit een toekomstbeeld schetsen van het goederenvervoer tot en met 2025 op basis van de dan actuele economische verwachtingen op middellange termijn.
Delen op: